Onze islamitische identiteit

Het bestaansrecht van Risala is gebaseerd op de islamitische identiteit. De kracht zit in het handelen vanuit de normen en waarden van de Islam. Wij geven de leerlingen de basis vanuit de Koran en de Sunnah (overleveringen) mee. We vieren de islamitische feesten en staan stil bij de gedenkdagen. De leraar is mede-opvoeder en een voorbeeld voor de leerlingen die ze inspireert in het uitdragen van de volgende normen en waarden:
  1. Er wordt met elkaar gepraat en niet over elkaar 'De moslims schaden een ander niet met hun hand of tong.'
  2. Medemenselijkheid 'Je wenst een ander hetzelfde toe als jezelf.'
  3. Rechtvaardigheid 'Wees rechtvaardig in je oordeel.'
  4. Vergevingsgezindheid 'Vergeef degene die jou onrecht heeft aangedaan.'
  5. Goed gedrag 'Goed gedrag weegt het zwaarst op je weegschaal.'
  6. Liefdadigheid 'Geef en je zult krijgen.'

Door schoolbrede identiteitsgerelateerde thema's, waarbij kernwaarden en hun afgeleide waarden centraal staan, wordt tijdens meerdere vakgebieden (m.n. godsdienstlessen, SOVA, cultuur educatie en taal) aandacht besteed aan de vorming van de kinderen tot sociale wereldburgers met een sterke islamitische identiteit. De islamitische normen en waarden staan in relatie met de sociaal-emotionele ontwikkeling, actief burgerschap en sociale cohesie. Identiteitsthema's zijn geïmplementeerd in het dagelijkse lesgeven. We besteden structureel en expliciet aandacht aan Islam. Elke groep heeft een Islammuur waar de overleveringen van de profeet (vzmh) met betrekking tot de thema's te zien zijn. De school beschikt over een gebedsruimte en een doorgaande leerlijn van groepen 1 t/m 8. De godsdienstlessen worden aangeboden door godsdienstleerkrachten. In het bovenschools identiteitsbeleid is de inrichting van onze identiteit beschreven.

Risala wil door middel van kwalitatief goed primair onderwijs kinderen vormen tot wereldburgers met een Islamitische identiteit, die een groot verantwoordelijkheidsgevoel hebben voor hun omgeving en het milieu, en die op betrokken wijze in de Nederlandse samenleving staan.
 
Goed onderwijs is voor ons in de kern onderwijs waarbij elk kind zich geborgen voelt en waarbij elk kind het beste uit zichzelf mag halen; daartoe behoren ook maximale leeropbrengsten die bij hem passen. 97% van de kinderen tot 12 jaar komt naar school om er succes te hebben; aan ons de plicht om dit mogelijk te maken.
Maar er is volgens ons meer dat noodzakelijk is voor ‘goed onderwijs’: normen en waarden als noodzakelijke bagage wanneer onze leerlingen zich een plek in deze samenleving willen toe-eigenen.
 
Vanuit onze levensbeschouwelijke grondslag, de islam, is het natuurlijk logisch dat wij onze kinderen de islamitische normen en waarden meegeven. En dan zullen sommige mensen zich wellicht afvragen of die kinderen niet de Nederlandse normen en waarden geleerd moet worden. Is het niet beter voor ze, omdat ze tenslotte in Nederland leven? De Nederlandse normen en waarden zijn toch heel anders dan die van de moslims? Nu is het zo, dat sommige mensen de islamitische normen en waarden zelfs als een bedreiging zouden kunnen ervaren voor hun leefomgeving. Maar nu vraag ik hen: is dit wel zo? Zijn de Nederlandse normen en waarden zo anders als de islamitische? Dit is een belangrijke vraag en we kunnen stellen dat er in Nederland het volgende is:
 
Er is in Nederland vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van onderwijs. Gelijke behandeling, gelijkwaardige behandeling, gelijke rechten en plichten voor mannen en vrouwen en er is wetgeving die discriminatie verbiedt. Er is democratie, er heerst tolerantie en men respecteert de rechten van de mens.Dit alles zal onze kinderen geleerd moeten worden door een enthousiast team van leerkrachten met als drijvende kracht een inspirerend managementteam.
 
Gegeven het bovengenoemde, moeten we onderzoeken of de islamitische normen en waarden hier nu zo van afwijken. De beste informatie hierover komt naar voren in het persoonlijkheidsideaal dat de islam nastreeft. In de islam wordt elk mens puur, onschuldig en harmonieus geboren met een perfect geloof in God. Hij heeft een vrije wil, gevoelens, intellect en het vermogen om goed en kwaad van elkaar te onderscheiden. Tijdens zijn leven komt hij steeds in situaties waarin hij moet kiezen of hij het goede of het kwade zal doen. Telkens als men dat laatste doet, dekt men de oorspronkelijke toestand van harmonie steeds verder dicht. Dit uit zich uiteindelijk in hebzucht, verwaandheid, gebrek aan respect voor de ander, agressie en ga zo maar door. Het is de opdracht voor de moslim om steeds aan zichzelf te werken, om de toestand van harmonie bloot te leggen, om te komen tot de ideale moslim. Wie of wat is deze ideale moslim dan?
 
Deze ideale moslim is iemand die wordt gedreven door goede intenties, die doet voor zijn naaste wat hij voor zichzelf graag wil, die matig is in alles en extremen verafschuwt, die goede werken doet, die zijn verantwoordelijkheid neemt, alle mensen als gelijken beschouwt, die goed is voor zijn buren ongeacht hun geloof, die zorgzaam omgaat met het milieu en met de dieren, die rechtvaardigheid hoog in het vaandel heeft, die een slechte daad met een goede daad beantwoordt en nog meer van zulke nobele daden.
 
Uit de omschrijving van bovengenoemde blijkt dat geloof en daden in de islam zeer innig met elkaar verweven zijn. Beide zijn onlosmakelijk aan elkaar gebonden. Geloven is een werkwoord. Het volstaat niet om te 'geloven' dat men rechtvaardig moet zijn, nee, men moet zich ook rechtvaardig gedragen. Gedrag is gebaseerd op persoonlijkheid, op hoe iemand is. Op hoe hij reageert op situaties. De islam probeert dan ook dit gedrag te beïnvloeden, probeert iemand te trainen opdat zijn persoonlijkheid zal veranderen, zodat het voor een dergelijk persoon een natuurlijke zaak wordt om zich op een manier te gedragen, die overeenkomt met bovengenoemde normen.
 
De waarden van naastenliefde, rechtvaardigheid, zelfbeheersing, matiging, discretie, geduld, zachtmoedigheid, en zo meer, zijn waarden die een moslim zich eigen moet maken, in die mate dat ze weerspiegeld worden in zijn gedrag. Het is zeker een inspiratie om in elke vorm van samenleven, of dat nu in gezinsverband, in een club, een gemeenschap of een natie is, naar een hoger niveau te tillen.
 
Bestaat die gemeenschap uit mensen van verschillende geloofsovertuigingen, dan moet men deze diversiteit juist respecteren en zich niet blindstaren op de verschillen, maar dat men met elkaar moet wedijveren in het stellen van goede daden, om zo gezamenlijk te werken aan het tot stand brengen van een rechtvaardige samenleving waarin het beste van wat een mens te bieden heeft, gerealiseerd kan worden.
 
Kinderen moeten leren zich verantwoordelijk te voelen, zowel tegenover zichzelf, hun familie en de maatschappij, als tegenover God. Wanneer die overtuiging diep in hun hart terecht is gekomen, zullen zij uit zichzelf ver weg blijven van alles wat slecht is voor hen en voor de medemens. Een godsdienstige opvoeding die dit kan bereiken heeft uiteindelijk een positieve uitwerking op de maatschappij in haar totaliteit.
 
Dit is wat wij als school onze kinderen willen meegeven. Dit is waar wij voor staan. Wij hebben met onze kinderen goud in handen, dat zoveel glans moet gaan geven dat de hele Nederlandse samenleving er trots op kan zijn.
Cookie instellingen